Frans Timmermans, alleen fiscale signalen kunnen uw Green Deal redden

Open brief aan de Europese Commissie – in het FD verscheen een sterk ingekorte versie van dit artikel op 5 januari 2020.

In mei 2020 jaar lanceerde Frans Timmermans de Farm to Fork strategie, het hart van de Green Deal, dat over de besteding van 387 miljard euro aan landbouwgeld gaat. Hierin werd een ingrijpende verduurzaming van het voedselsysteem voorgesteld. Nu, een half jaar later, is er weinig meer van over. Volgens Volkert Engelsman, CEO van Eosta, kunnen alleen fiscale maatregelen de Green Deal en Farm to Fork strategie nu nog redden. Door met True Cost Accounting een prijskaartje te hangen aan geëxternaliseerde kosten kan een gelijk speelveld gecreëerd worden. Dat is ook van essentieel belang voor de economische berekeningen die nu losgelaten worden op de effecten van de Farm to Fork strategie in de toekomst. Anders vergelijk je appels met peren.

"Met de Farm to Fork strategie, gepresenteerde in mei, wilde Frans Timmermans de Europese voedselvoorziening voor de toekomst veilig stellen in een wereld met een instabiel geworden klimaat en ecosysteem. Dat vraagt om een robuuste, veerkrachtige landbouw met kortere ketens, die minder afhankelijk is van externe inputs en minder gevoelig voor verstoringen van buitenaf. De Europese Commissie stelde zich daarom het doel van 25% biologische landbouw in 2030. Ook wil de EU in tien jaar tijd het pesticidengebruik met 50% terug brengen. Wetenschappelijk tijdschrift Nature noemde het plan op 14 oktober jl een potentiële game-changer, maar waarschuwde ook dat het succes zou afhangen van het vermogen van de Europese Commissie om politiek momentum te creëeren bij het parlement en de lidstaten.

Helaas lijkt dat nu al een gepasseerd station. Op 23 oktober jl werd een nieuw Europees Landbouwbeleid (GLB) ingestemd door het Europarlement dat alleen maar is samen te vatten als business as usual. Onder invloed van een krachtige agrochemische lobby, waarover Corporate Europe Observatory berichtte, zijn vrijwel alle punten van de Green Deal uit het nieuwe GLB geweerd. De besteding van 387 miljard euro aan landbouwsubsidie blijft voor het overgrote deel naar dezelfde conventionele landbouw gaan, als hectarepremies. Het Franse onderzoeksinstituut INRAE en de technische universiteit van Parijs concluderen dat het nieuwe GLB de doelstellingen van de Green Deal niet naderbij brengt.

Wat is er nu nog mogelijk, mijnheer Timmermans? In december nam ik namens het Europees biologisch bedrijfsleven (verenigd in de OPTA) deel aan een brainstormsessie met Janusz Wojciechowski, de EU-Commissaris van Landbouw. Ik maak mijn pleidooi bij dezen openbaar. Een werkelijke verduurzaming in de landbouw is alleen mogelijk als een vervuiler niet langer wegkomt met een concurrentievoordeel. Dat concurrentievoordeel zit in de bekende geëxternaliseerde kosten. Met true cost accounting kun je hieraan een prijskaartje en fiscale maatregelen verbinden.

Externe kosten Duitse landbouw: 90 miljard per jaar

Waar doel ik precies op? De intensieve landbouw, met name de veeteelt, brengt veel bodemverarming, watervervuiling, biodiversiteitsverlies en klimaatverandering met zich mee mee, en de kosten daarvan worden nu afgewenteld op de belastingbetaler en toekomstige generaties. Daarbij komen explosief groeiende gezondheidskosten, onder meer door de Parkinson-epidemie onder boeren, maar ook de obesitasepidemie en de diabetes-2-epidemie zijn niet los te denken van de manier waarop we ons voedselsysteem decennialang hebben ingericht. De Boston Consultancy Group becijferde de externe kosten van de landbouw voor Duitsland onlangs op 90 miljard per jaar.

Doorgaan op die manier is penny wise, pound foolish. We ondermijnen zo ons vermogen om op lange termijn winstgevend en productief te zijn in landbouw en voeding. Corona en de nieuwe pandemieën die ons nog te wachten staan, laten zien dat de zogenaamde externe kosten niet alleen de volgende generatie, maar ook de huidige generatie keihard kunnen raken. Wij hebben het ecosysteem en de biodiversiteit zo fragiel gemaakt dat ze dit soort uitbraken niet meer tegen kunnen houden.

Externaliteiten moeten in beeld gebracht en beprijsd worden

Daarom dringen wij aan op een beleid van de Europese Commissie om dergelijke externaliteiten transparant in beeld te brengen. De Europese Commissie heeft een veelbelovend begin gemaakt met wet- en regelgeving in de financiële sector. Daardoor is het nu voor banken onder toezicht reeds moeilijker geworden om te investeren in gestrande activa zoals de fossiele brandstofindustrie.

Maar minstens zo belangrijk is het beprijzen van zulke externaliteiten, omdat dit een machtig instrument is waarmee je kunt zorgen voor een gelijk speelveld in de markt. Door er geldbedragen aan te koppelen, wordt het onderwerp helder communiceerbaar en kunnen er concrete maatregelen aan gekoppeld worden.

U staat niet alleen

Mijnheer Timmermans en mijnheer Wojciechowksi, indien de Europese Commissie de implementatie van True cost Accounting en het beprijzen van externaliteiten ter hand neemt, bent u in goed gezelschap:

  • De centrale banken laten tegenwoordig duurzaamheidsstresstests los op institutionele beleggers.
  • Consultancybedrijven zoals de Boston Consultancy Group leggen zich intensief toe op het in kaart brengen van externaliteiten.
  • S&P Global en andere credit rating organisaties nemen duurzaamheidsindicatoren op in hun RAROCs (Risk-Adjusted Returns on Capital).
  • Accountancies zoal EY en PwC werken samen in de Natural & Social Capital Coalition aan protocollen voor gemonetariseerde maatschappelijke verslaglegging. De World Business Council for Sustainable Development zet hier stevig op in.
  • De private sector gaat mee. De Duitse supermarktketen Penny (REWE Group) heeft nu al flagship stores waar naast de gewone prijs ook de True Cost prijs getoond wordt. En onlangs opende Katja Schuurman in Amsterdam de eerste Nederlandse True Price Supermarkt (bio-super De Aanzet).
  • Wetenschappers, onder meer aan de universiteit van Augsburg, hebben zich gestort op True Cost prijsvergelijkingen.

Boerenbelang

Aandacht voor de werkelijke kosten van onze voedselproductie is ook in het belang van boeren. De EU heeft de boeren te lang gedwongen om te sturen op kilo’s per vierkante meter, ten koste van diversiteit, dierenwelzijn, landschap, werkplezier en al die andere externe kosten. In plaats daarvan moeten we gaan sturen op maatschappelijke relevantie per vierkante meter, zowel ecologisch als sociaal. Dan kunnen boeren op fatsoenlijke wijze beloond worden, niet alleen voor voedselproductie, maar ook voor hun ecosysteemdiensten, instandhouding van het cultuurlandschap en bijdrage aan de sociale samenhang op het Europese platteland.

Drie fiscale maatregelen

De Europese Commissie kan de Farm to Fork strategie werkelijkheid maken door te onderzoeken welke concrete fiscale stimuleringsmaatregelen mogelijk zijn, vanuit het simpele aansprakelijkheidsbeginsel – en daar is niks exotisch aan - dat de vervuiler betaalt. Waar kunt u aan denken? Ik noem drie maatregelen, in oplopende mate van systemische impact:

  1. In de eerste plaats moet er een rem komen op de huidige schadelijke praktijken. Dat kan met een belasting op agrochemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest en geïmporteerd krachtvoer.
  2. Wilt u dieper ingrijpen, dan kunt u aansturen op een eiwittransitie. Dat kan met een hogere belasting op vleesproducten en een reductie op de BTW op groente en fruit naar 0%. Dit zal een duurzame transitie in gang zetten van dierlijk naar plantaardig eiwit, zoals voorgesteld door talloze Europese organisaties waaronder de Nederlandse TAPP-coalitie.
  3. Wil u economie over de volle breedte verduurzamen, dan kunt u denken aan een verschuiving van de belasting op bruto toegevoegde waarde naar een belasting op bruto onttrokken waarde: het Ex’tax Project, zoals bepleit door de OECD. In dit systeem belast je de waarde onttrokken aan natuurlijke bronnen terwijl arbeid onbelast blijft. Het effect is een tweesnijdend zwaard: het versnelt de kringloopeconomie en betekent een grote stimulans voor werkgelegenheid en talentontwikkeling.

Strijd is onvermijdelijk

Indien u iets wilt verduurzamen aan de Europese voedselvoorziening, zult u moeten opboksen tegen de enorme geïnvesteerde belangen van de agrochemie, de kunstmestindustrie en de krachtvoerindustrie. U krijgt onvermijdelijk te maken met conservatieve krachten die doodsbang zijn voor het nieuwe normaal. Ze zijn er al in geslaagd om vernieuwing in de CAP te blokkeren, maar daarmee nemen ze geen genoegen. De vee-industrie blijft moord en brand schreeuwen bij monde van mevrouw Schreijer-Pierik.

Eerlijk rekenen

Vandaag maakt Carola Schouten bekend dat de Europese Commissie de kosten van de Farm to Fork strategie gaat laten doorrekenen. Vergeet u dan niet om ook de externe kosten van klimaatopwarming, bodemvruchtbaarheid, waterkwaliteit, biodiversiteit, gezondheid, stikstofproblematiek en sociaal kapitaal in de berekening mee te nemen.

Aan de Europese Commissie de keuze. U kunt het oude normaal intact houden, terwille van een kleine financiële elite, ten koste van mens en planeet en ten koste van de Europese burger.

Of u omarmt het nieuwe normaal, zoals dat zo voortreffelijk is verwoord in uw eigen Farm to Fork strategie. Het zal nodig zijn om de strategie dan te vertalen naar sterke fiscale signalen die in de markt zorgen voor een gelijker speelveld. Anders blijft het dweilen met de kraan open. Dan is er van de Farm to Fork strategie en Green Deal over tien jaar niets over.”

Volkert Engelsman

CEO Eosta / Nature & More

U bent hier